ervaringen van een schrijfdocent
Zaaien in de Talentuin
Dit is een gastpost van Miriam Janssen. Miriam is afgestudeerd als onderwijspsychologe en was vele jaren werkzaam als docent en onderwijsadviseur. Schrijfcursussen geeft zij al sinds 1993. Dit artikel is een hoofdstuk uit haar boek ‘Zaaien in de Talentuin’, waarin zij haar ervaringen als schrijfdocent deelt.
Broddelwerk
Voor het bord
op het bord de witte som
na het = teken, een zwarte vlakte
het enig juiste antwoord
of een onvoldoende
de stok wijst mij aan
door het lange gangpad
loop ik tot het bord vooraan
ogen branden in mijn rug
cijfers knarsen door mijn kop
mijn vingers worden vochtig
het krijt schiet uit
mijn getal is fout
het lachen is erger
dan de vier

Buikpijn
Ik ben van 1951 en leerde schrijven op de lagere school van destijds. Je moest lopen en schrijven langs de lijntjes, langs dat ene lijntje. Een harnas van geboden en verboden belemmerde het stromen van ideeën, gedachten, eigen woorden. Het was een wereld waarin je heel veel fout kon doen, die je met buikpijn naar school liet gaan.
Vrijheid van denken en schrijven
Voor deze wereld wil ik mijzelf en mijn cursisten behoeden. Het credo van het creatief schrijven botst volkomen met de moraal van het onderwijs van toen. In het creatieve proces is juist alles goed, je probeert mogelijkheden uit. Er is niet één werkelijkheid, er zijn eindeloos veel verhalen en woorden mogelijk. Die vrijheid moet je leren aan te durven. In dit boek gaat het over die vrijheid van denken en schrijven.
'Ik weet niks'
Buikpijn was er ook bij de cursisten van mijn allereerste cursus creatief schrijven voor oudere’ in de basiseducatie, 1993. Hier kwamen mensen die nooit hun lagere school hadden afgemaakt, die nog nooit een goed cijfer hadden gehad voor taal. Wat waren zij benauwd om weer fouten te maken, net als toen! Ik herinner mij Annie, die de eerste twee lessen alleen maar zei: ‘Ik weet niks om te schrijven’ en dus ook niets opschreef.
En toch!
Maar plotseling werd er bij haar een snaar geraakt, toen ik hen vroeg onder een doek te voelen aan voorwerpen, en er eentje te pakken die hen ergens aan deed denken. Zij pakte een veer die onder een fietszadel hoort, gaf een gil van herkenning en liep naar haar papier. In korte zinnen schreef zij de herinnering: bij haar vader achterop de fiets. Zij voelde opnieuw die koude veren. Vanaf toen schreef ze mee.
Meer lezen?
Meer informatie over Zaaien in de Talentuin >>